dinsdag 22 januari 2008

Moei


Ik ben zo moe.

Ik mag natuurlijk niet klagen. Ik doe het mijzelf aan, met levendig enthousiasme. Ik hobbel, ren, fiets en hink-stap-sprong van werk naar vriendinnetjes, van vergadering naar feestje, van cafe naar cafe, en de sugar factory toe. Van optreden naar radioshow naar etentje naar huis naar supermarkt en af en toe een paar uurtjes slaap.
Ik ben jong en ik wil wat. Ik wil zelfs heel veel en ik kan ook alles. Ik kan alles als de beste. Ik kan ook heel goed en heel hard roepen dat ik alles kan. Ik kan ook heel lang en uitbundig gin-tonics drinken. Zelfs als ik een avond thuis zit kan ik heel makkelijk tot drie uur 's nachts televisie kijken terwijl ik op internet rondsnuffel, ondertussen in een telefoon blerend en met een hand de afwas er doorheen jagend. Hoera voor mij.

Nu zijn de koekjes even op. Morgen bak ik weer nieuwe.

vrijdag 18 januari 2008

Eindelijk dan Toch

Ken je dat?
Nationale oude scharrelweek?
Zoiets als rokjesdag, een periodiek terugkerend festijn. Een paar avondjes drinken in de Marnixstraat rakelt mansgewijs enkel oud verdriet op.
Ze waren er allemaal deze week.
Die ene, een beetje contactgestoorde, met een muur van zo'n vijfeneenhalve meter gewapend beton om zich heen. Vol met issues, problemen en rare wensen. Sinds ik op oudjaarsdag uit zijn deur stapte, de lift in, is er geen normaal gesprek meer mogelijk geweest. Vanaf de andere kant van de bar wierp hij sluikse blikken en hief af en toe zijn biertje naar mij op. Zodra ik ook maar enigzins in zijn buurt kwam begon hij levendige gesprekken te voeren met zijn omstanders. Iedere poging tot ondervraging leidde tot verwarde blikken. Alsof wij nooit meer hebben gedeeld dan de houten Weberbar. Laat maar gaan, dus.

Nummer twee was er gisteren. Meneer "bindingsangst". Meneer "ik wil heel graag en ik hou zo van je maar ik kan het niet". Meneer "misschien moet ik een tijdje alleen zijn". Meneer "leuk je weer eens te zien, zal ik je nu voorstellen aan mijn nieuwe vriendin?". Meneer "maar wij zijn nu toch goede vriendjes?". Meneer "ik kan nu toch best mijn hand op jouw been leggen en herinneringen ophalen aan onze mooie tijd samen?". Meneer "maar nu ga ik weer want mijn vriendin (die overigens als twee druppels water op jou lijkt) wacht thuis". Meneer "maar ik geef je nog wel een dikke knuffel". Ja daag.

Nummer drie herinnerde mij subtiel aan die avond waarop ik de hele avond als een klein hitsig hondje achter hem aan had gelopen (met succes). Waarop ik hem herinnerde aan de die ene andere avond waarop hij zich als een grote enthousiaste beer op mij had gestort (zonder succes).

Nummer vier stuurde een SMS. Hij geeft indirecte complimenten over het uiterlijk van onze eventuele toekomstige kinderen. Hij insinueert financiele steun als ik toestem zijn kind te dragen. Hij vindt "25 de beste leeftijd om een kind te krijgen". Hij geraakt in de zevende hemel bij het idee mij te bezwangeren. Ik ben bij hem vooral een beetje bang dat hij, gelijk een wanhopige minnares, gaatjes in het condoom gaat prikken. Vooralsnog bedank ik voor de eer.

Nummer vijf heeft net zijn relatie verbroken en vond het dus een mooi moment mij uit te nodigen voor een etentje. En nummer zes, tja, die is tegenwoordig van de andere kant.

Ik blijf vooral hopen dat de volgende week niet in het teken staat van scharrels, nieuw of oud, jong of oud, maar van een groots en meeslepende liefde. Mijn eigen visje in deze grote zee. Hoopt u met mij mee?